In deze les ga je ontdekken dat je een werkwoord soms met een D schrijft en soms met een T.

Veel studenten vragen aan mij het volgende:

Juf, hoe kan het dat een werkwoord soms met een D geschreven wordt en soms met een T?

Dat hangt er vanaf in welke tijd het werkwoord staat.

In de vorige lessen heb je geleerd dat als een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat, je iets met een T moet doen.

Maar als het werkwoord een voltooid deelwoord is, dan moet je de regel van ’T SEXY FOKSCHAAP toepassen.

Je moet dus kijken in welke tijd het werkwoord staat, als je wilt weten of je een T of een D moet gebruiken.

VOORBEELDEN

Ik ga je een paar voorbeeldzinnen laten zien waarbij het werkwoord in de ene zin in de tegenwoordige tijd staat (zin 1) en in de zin eronder een voltooid deelwoord is (zin 2).

In zin 2 heb ik steeds het hulpwerkwoord onderstreept, waar je aan kunt herkennen dat er sprake is van een voltooid deelwoord. (Als je dit was vergeten, bekijk dan de les over het voltooid deelwoord nog een keertje).

  1. Hij betaalt die rekening vandaag.
    (betaalt staat hier in de tegenwoordige tijd (t.t)  dus je schrijft hier betaalt met een t)
  1. Hij heeft die rekening gisteren betaald

(heeft is het hulpwerkwoord, betaald is hier dus een voltooid deelwoord (v.d.)  dus je moet naar ’T SEXY FOKSCHAAP KIJKEN, de L van betaLen zit daar niet in, dus je schrijft in deze zin betaald met een d)

  1. Karin verhuist morgen. (t.t.)
  2. Karin is vorige week verhuisd. (v.d.)
  1. Joop vertelt dat verhaal morgen. (t.t.)
  2. Dat verhaal wordt morgen verteld. (v.d.)
  1. Ali behandelt die zaak volgende week. (t.t.)
  2. Heeft hij die zaak eigenlijk al behandeld? (v.d.)
  1. Er gebeurt daar vanavond iets bijzonders. (t.t.)
  2. Er is daar vorige week ook al iets bijzonders gebeurd. (v.d.)

SAMENVATTING

Als je twijfelt of je een D of een T moet schrijven, zet dan weer een paar stappen:

STAP 1: staat het werkwoord in de tegenwoordige tijd? 

Dan moet je iets met een T doen, de T van tegenwoordige tijd. (kijk nogmaals naar de les over tegenwoordige tijd als je dit bent vergeten)

STAP 2: zie ik een hulpwerkwoord (hebben, worden of zijn) gecombineerd met een voltooid deelwoord? 

Dan moet ik de regel van ’T SEXY FOKSCHAAP toepassen.

OEFENZINNEN

(Onderstreep ook steeds het hulpwerkwoord in de zin, als je dat ziet staan).

  1. Denk jij dat onze docent zich wel eens heeft …………………….(verrekenen)?
  2. Volgens mij …………………….(verrekenen) Henk zich nooit.
  3. Tijdens de crisis is de situatie …………………….(verslechteren)
  4. Volgens hem………………………..(verslechteren) zijn situatie met de dag.
  5. Haar beste vriendin heeft allerlei roddels ……………………(verspreiden).
  6. Die collega……………………….(verspreiden) dagelijks meerder roddels.
  7. Als je dat ………………………(beloven), moet je dat ook doen.
  8. Je moet het doen, als je dat hebt …………………..(beloven).
  9. Karin ………………………..(verhogen) haar hoeveelheid medicijnen.
  10. Wanneer de dokter die hoeveelheid medicijnen ………………….(verhogen), maak ik mij zorgen.

Zie de video voor de antwoorden.

UITDAGING

Maak zelf eens 20 zinnen waarbij je de onderstaande werkwoorden steeds een keer in de tegenwoordige tijd zet en een keer als voltooid deelwoord gebruikt. Als je een hulpwerkwoord gebruikt, onderstreep dat werkwoord dan. Zo controleer jij jezelf steeds.

  1. erven
  2. verhuizen
  3. betalen
  4. herkennen
  5. proeven
  6. herstellen
  7. verheugen
  8. bemoeien
  9. overhandigen
  10. ontkoppelen

Zie de video voor mijn zinnen.

Heel veel succes en plezier!